Saturday, September 1, 2018
Een kasteel zonder dak
Vanmorgen ben ik in een kasteel geweest. Het was heel groot. In de muur kon je een leeuw zien. Geen echte, maar van steen. Binnen waren veel kamers. Ik heb ze allemaal bekeken. Er was alleen geen dak op het kasteel en dat was een groot probleem.
Omdat het een oud kasteel was, waren sommige stenen er vanaf gevallen. Het dak was ook weg. Misschien weggewaaid. Of in stukjes naar beneden gevallen. Daardoor was je in het kasteel, maar toch eigenlijk buiten. In elke kamer kwam de zon naar binnen. Dat maakte het kasteel erg warm.
Ik moest veel zweten door die zon. En ook doordat ik zo veel moest klimmen. Elke kamer had wel een trapje of een groot rotsblok waar ik overheen moest. Dat was heel vermoeiend. Mama zei steeds dat ik goed moest uitkijken. Dat maakte het nog vermoeiender. Aan het eind van het kasteel was ik vol met zweet.
Van die warmte had ik veel dorst gekregen.We gingen in de schaduw even iets drinken. Ik dronk alles in een keer op en ik wilde nog meer. Toen gaf mama me water maar daar had ik geen dorst in. Daarna gingen we terug naar de auto. In de auto was het nog veel warmer. Het is hier eigenlijk altijd warm, ook als ik in mijn bed lig.
Mensen in Nederland vertelden dat het bij hen ook zo warm was. Maar ik weet zeker dat het er niet zo warm is als hier. Ze klagen nu weer dat het juist te koud is. Maar hier is het gewoon nog steeds warm. Het gaat nooit over. Als het in Nederland warm is, moeten ze gewoon aan mij denken. Over hoe warm het in Jordaniƫ is. En over kastelen zonder dak waar de zon doorheen schijnt. En over lastige trapjes en rotsblokken. En over moeders die steeds denken dat ik niet uitkijk. Daar krijg je het pas echt warm van.
Subscribe to:
Posts (Atom)